1. PROTOCOL VERMISSING

1.1. Inleiding

In dit protocol staan de richtlijnen voor de handelswijze die de medewerkers van Kinderopvang Dikke Maatjes volgen wanneer een kind vermist wordt tijdens de opvang.

Een persoon (kind) is vermist als:

• iemand tegen redelijke verwachting in afwezig is uit de voor die persoon gebruikelijke en veilige omgeving
• er sprake is van een plotselinge en onverwachte afwezigheid
• de verblijfplaats van iemand onbekend is, en als het in diens belang is, dat die wordt vastgesteld

1.2. Preventief beleid

• Weet hoeveel kinderen er op de groep zijn. Doe dit o.a. door het bijhouden van de presentielijst waar alle kinderen op staan. Wanneer een kind is gebracht of gehaald, moet je het nieuwe aantal kinderen weten.
• De kans dat een kind wegloopt of door een onbekende wordt meegenomen is het grootst tijdens de haal- en brengtijden:
• Let op dat de entreedeur en het hek bij buitenspelen altijd goed dicht zijn. Let op openstaande deuren, zowel de groepsdeur als de entreedeur. Wanneer een ouder de deur laat openstaan, wijs de ouder daar op. Wanneer een kind zelf de deur kan open doen en dit doet zonder toestemming van de groepsleiding, zorg dan voor maatregelen zoals het omhoog zetten van de deurkruk. Check of de entreedeur dicht is, wanneer de groepsruimte wordt verlaten samen met de kinderen.
• Groepsleiding zorgt dat een invalkracht goed geïnstrueerd is en vindt er een goede overdracht plaats.
• Groepsleiding van de BSO is op de hoogte van de bezigheden van de kinderen. Als kinderen naar buiten gaan om te spelen of andere activiteiten buiten de BSO doen, hangt er een affiche op de buitendeur.
• Wanneer je op de hal/gang moet openen/sluiten, zorg dan dat er een leidster/stagiair bij of in de buurt van de entreedeur staat om te voorkomen dat een kind met andere ouders de deur uitloopt.

1.3. Vermissing gebeurt tijdens de opvang

Wanneer je ontdekt dat je een kind uit de groep mist kun je een aantal dingen doen die helpen het vermiste kind op te sporen. Dit betreft niet alleen het zelf zoeken naar het vermiste kind, maar ook het verzamelen van informatie over het kind en over de omstandigheden van de vermissing.
Onderneem de volgende stappen:
• Meld bij je naaste collega van de groep dat je een kind mist. Draag de zorg van de andere kinderen over aan je collega, zodat je je kunt richten op het vermiste kind.
• Blijf kalm, denk helder na. Wanneer heb je het kind voor het laatst gezien? Wat was het kind aan het doen? Waar zou het mis kunnen zijn gegaan?
• Bekijk eerst goed alle lokalen, gangen en slaapkamers van het kindercentrum. Roep ondertussen het kind. Kijk ook op plaatsen waar kinderen zich kunnen verbergen. Het komt nogal eens voor Het kan voorkomen dat een kind zich verstopt en dan in slaap valt.
• Schakel meerdere collega’s in om te helpen zoeken. Ook eventueel ouders die op dat moment aanwezig zijn.
• Een andere collega die niet aan het zoeken is brengt de leidinggevende van het kindercentrum op de hoogte. Deze neemt contact op met de ouders en de directie indien het kind niet binnen 30 minuten wordt gevonden.
• Als het kind niet in het gebouw te vinden is, ga dan buiten zoeken. Neem als het kan een foto van het kind mee. Neem een telefoon mee, zodat je bereikbaar bent, mocht een collega het kind vinden.
• Zoek buiten eerst op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.).
• Vraag aan voorbijgangers of zij een kind hebben gezien.
• Na 30 minuten zoeken neem je contact op met de directie en in overleg bel je de politie: 0900 – 8844.
• Noteer de naam van de politiefunctionaris die je geholpen heeft aan de telefoon en, zodra dat bekend is, de naam van de politiefunctionaris die als je contactpersoon aangewezen is.

Als het vermiste kind terecht is:

• Informeer je de politie als deze ingeschakeld is.
• Informeer je vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.
• Is het belangrijk om na te gaan wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling voorkomen kan worden.

1.4. Vermissing gebeurt tijdens de breng- en haaltijden

Hieronder wordt verstaan dat kinderen die vanuit school zelfstandig naar de BSO gaan of vanuit de BSO zelfstandig naar huis gaan niet op de betreffende plek aankomen.

1.4.1. Kind komt niet aan op de BSO vanuit school

• Als een kind na schooltijd zich niet meldt bij de leidster van de BSO, terwijl het kind wel verwacht wordt, vraag dan aan klasgenootjes/vriendjes en leerkracht of zij het kind hebben gezien.
• Bel vervolgens de ouders om te vragen of het klopt dat het kind niet op de BSO is. Wanneer dit niet klopt laat de ouders dan nagaan waar het kind eventueel kan zijn (bijvoorbeeld bij familie of vriendjes).
• Neem contact op met school, zodat je weet of het kind daar wel of niet is geweest.
• Draag de groep over aan je naaste collega, zodat je je kunt richten op het vermiste kind.
• Blijf kalm, denk goed na waar het kind eventueel zou kunnen zijn.
• Breng de leidinggevende van het kindercentrum op de hoogte.
• Fiets of loop de route naar school. Neem een telefoon mee.
• Zoek buiten eerst op de plekken waar het kind gevaar zou kunnen oplopen (water, putten, verkeerswegen, parkeerplaatsen etc.).
• Na 15 minuten zoeken bel je de politie: 0900 – 8844.
• Noteer de naam van de politiefunctionaris die je geholpen heeft aan de telefoon en, zodra dat bekend is, de naam van de politiefunctionaris die als je contactpersoon aangewezen is.

1.4.2. Als het vermiste kind terecht is

• Informeer je de politie als deze ingeschakeld is.
• Informeer je vervolgens alle andere betrokkenen die weten dat het kind vermist is.
• Is het belangrijk om na te gaan wat de reden voor de vermissing was, zodat een herhaling verkomen kan worden.